Begroting 2019-2022

Financiering

Treasurybeheer

Treasurybeleid gemeente Renkum
De doelstelling van ons treasurybeleid is op hoofdlijnen het blijvend toegang houden tot financiële markten tegen acceptabele condities, zonder ongewenste risico’s en tegen minimale kosten. Daarnaast willen we renteresultaten optimaliseren, een goede financiële infrastructuur opzetten en onderhouden en adequate informatiestromen realiseren.
Het realiseren van deze doelstellingen heeft continu de aandacht. Hiervoor is het nodig maatregelen te treffen op het gebied van risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer.

Risicobeheer

Renterisicobeheer
Het renterisico van een gemeente is te verdelen in renterisico over vlottende schuld (looptijd < 1 jaar) en renterisico over vaste schuld (looptijd > 1 jaar).
Het renterisico over vlottende schuld wordt bepaald in relatie tot de kasgeldlimiet. Deze limiet geeft de maximaal toegestane omvang van de vlottende schuld weer. De hoogte van de kasgeldlimiet is een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van de omvang van de begroting per 1 januari. In tabel A vindt voor 2019 de toetsing aan de kasgeldlimiet voor de gemeente Renkum plaats. Wij gaan er vanuit dat wij in 2019 een langlopende lening moeten afsluiten voor €15.000.000. Wij verwachten daarmee dat wij in 2019 kunnen voldoen aan de kasgeldlimiet.

Bedragen x € 1.000

1e kw.

2e kw.

3e kw.

4e kw.

Omvang begroting 1-1-2019 (=grondslag)

82.869

(1) Toegestane kasgeldlimiet

- in procenten van de grondslag

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

- in bedrag

7.044

7.044

7.044

7.044

(2) Omvang vlottende schuld

532

1.103

1.674

2.245

- opgenomen gelden < 1 jaar

532

1.103

1.674

2.245

- schuld in rekening-courant

- gestorte gelden door derden < 1 jaar

- overige geldleningen (niet vaste schuld)

(3) Vlottende middelen

- contante gelden in kas

- tegoeden in rekening-courant

- overige uitstaande gelden < 1 jaar

Toets kasgeldlimiet

(4) Totaal netto vlottende schuld (2 - 3)

532

1.103

1.674

2.245

Toegestane kasgeldlimiet (1)

7.044

7.044

7.044

7.044

Ruimte (1) – (4)

6.512

5.941

5.370

4.799

Tabel A Kasgeldlimiet

Het renterisico over vaste schuld wordt bezien in relatie tot de renterisiconorm. Deze norm geeft de maximaal toegestane omvang van dat deel van de vaste schuld waarover renterisico wordt gelopen weer. De norm houdt in dat we maximaal over 20 % van het begrotingstotaal renterisico mogen lopen. De raming van de ruimte/overschrijding voor de jaren 2019 tot en met 2022 is weergegeven in tabel B.

Bedragen x € 1.000

2019

2020

2021

2022

(1) Renteherzieningen

(2) Aflossingen

 2.056

3.566

 3.577

3.289

(3) Renterisico (1+2)

 2.056

 3.566

 3.577

 3.289

(4) Renterisiconorm

16.574

16.574

16.574

16.574

(5a) Ruimte onder renterisiconorm
(4 > 3)

14.518

13.008

12.996

13.285

(5b) Overschrijding renterisiconorm (3 > 4)

 -   

 -   

Berekening renterisiconorm

(4a) Begrotingstotaal 2019

 82.869

(4b) Vastgesteld percentage

20%

(4)  Renterisiconorm (4a x 4b)

 16.574

Tabel B Renterisiconorm

Kredietrisicobeheer
In tabel C vindt u een overzicht van de door de gemeente Renkum verstrekte gelden, gegroepeerd per risicogroep. De groepen zijn (globaal) gerangschikt naar oplopend risico.

Risicogroep
Bedragen x € 1.000

Met/zonder
(hyp.) zekerheid

Restant schuld per
1-1-2018

Gemeenten/provincies

zonder

Overheidsbanken

zonder

Financiële instellingen (A en hoger)

zonder

3.293

Overige toegestane instellingen

met en zonder

 2.440

Totaal

 5.733

Tabel C Kredietrisico op verstrekte gelden

Gemeentefinanciering

Financiering
De leningenportefeuille per 31 december 2018 is weergegeven in tabel D. De mutaties in 2019 en de invloed hiervan op de gemiddelde rente is terug te vinden in tabel E.

Leningnummer

Oorspr. bedrag

Aanvang

Einde looptijd

Rente

Aflossing 2018

Restant 31-12-2018

40106846

3.000

2011

2021

2,85 %

300

900

40107281

3.000

2012

2022

2,63 %

300

1.200

40.109.666

5.000

2015

2025

0,56 %

500

3.500

Lening optisport

728

2015

2029

4,96 %

52

572

Lening prv Noord Brabant

8.000

2018

2038

1,35 %

0

8.000

Totaal

1.152

14.172

Projectlening Mfc Doelum

5.830

2014

2034

2,87 %

226

5.384

Projectlening Mfc Doelum

9.370

2014

2054

3,22 %

122

9.130

Projectlening scholen Renkum

5.200

2018

2058

1,577%

0

5.200

Projectlening scholen Renkum

300

2018

2038

1,29 %

0

300

Totaal projectfinanciering

348

20.014

Totaal

1.500

34.186

Tabel D Leningenportefeuille (bedragen x € 1.000)

Bedragen x € 1.000

Bedrag

Gemiddelde rente

Stand per 1 januari 2019

14.172

1,55 %

Nieuwe leningen

15.000

1,50 %

Reguliere aflossingen

1.552

1,63 %

Vervroegde aflossingen

Renteaanpassingen (oud percentage)

Renteaanpassingen (nieuw percentage)

Stand per 31 december 2019

27.620

1,50 %

Tabel E Mutaties in leningenportefeuille (excl. projectleningen)

Uitzetting
De door de gemeente uitgezette (lange termijn) gelden zijn als volgt onder te verdelen:

Bedragen x € 1.000

Stand per 1-1-2018

Gemiddeld Rendement

Deelnemingen

 1.057

19,04 %

Leningen

4.676

0,33 %

Totaal

 5.733

Tabel F Uitgezette gelden

Relatiebeheer
Huisbankier van de gemeente Renkum is de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Het grootste deel van onze reguliere bankzaken loopt via deze bank. Door de invoering van het Schatkistbankieren per 1-1-2014 moeten wij overtollige middelen overboeken naar de schatkist. Op het gebied van gemeentefinanciering wordt gebruik gemaakt van diverse financiële instellingen. Voordat middelen worden aangetrokken of uitgezet, worden offertes aangevraagd bij minimaal twee instellingen. Vervolgens wordt gekozen voor die instantie die de meest gunstige condities voor de gemeente aanbiedt.

Kasbeheer

Evenals voor lange termijn financiering wordt ook voor korte termijn financiering de tarieven van een tweetal instellingen met elkaar vergeleken.

Rentebeleid

Op basis van artikel 13 van het (gewijzigde) BBV geeft de paragraaf financiering ook inzicht in het rentebeleid. In het volgende renteschema is inzicht gegeven in de rentelasten, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening aan investeringen, grondexploitatie en taakvelden.

Renteschema

2019

Bedragen x € 1.000

a

Externe rentelasten over korte en lange financiering

887

b

Externe rentebaten

51

-/-

Saldo rentelasten en -baten

938

c1

Rente doorberekend aan grondexploitatie

7

c2

Rente van projectfinanciering doorberekend aan het desbetreffende taakveld

523

Totaal aan taakvelden toe te rekenen externe rente

530

-/-

d

Rente over eigen vermogen en voorzieningen

616

Totaal rente over eigen vermogen en voorzieningen

616

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

1.024

e

Aan taakvelden toegerekende rente

1.268

f

Renteresultaat

243

Rentelasten lange en korte financiering
Op basis van de meerjarenbalans verwachten wij in 2019 een langlopende lening te moeten aantrekken van respectievelijk € 15 miljoen. Het restant van het financieringstekort kunnen wij financieren met kortlopende leningen.
De genoemde rentelasten over lange financiering betreft de rente over de huidige leningenportefeuille inclusief de projectfinanciering voor MFC3B4, de scholen in Renkum en de nieuw af te sluiten lening.

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente
Op grond van het gewijzigde BBV zijn er richtlijnen voor de rentetoerekening aan bepaalde taakvelden. Voor ons heeft dit tot gevolg dat wij voor de grondexploitatie in 2019 0,73% rente doorberekenen aan de projecten. Daarnaast wordt de projectfinanciering rechtstreeks ten laste van het desbetreffende taakveld gebracht.

Rente berekend over reserves en voorzieningen
Het beleid voor de rente die we “besparen” door het inzetten van reserves en voorzieningen is vastgelegd in de financiële verordening. Uitgangspunten hierbij zijn onder andere:

  • De financieringswijze mag geen invloed hebben op de kostprijs van het product. Dit betekent dat zowel rente wordt berekend over de inzet van vreemd vermogen (aangetrokken geldleningen) als over de inzet van eigen financieringsmiddelen (bespaarde rente).
  • Er wordt geen bespaarde rente bijgeschreven op reserves en voorzieningen. Bespaarde rente wordt ingezet als structureel dekkingsmiddel binnen de exploitatie. Uitzondering hierop is de bespaarde rente van de weerstandsreserve. Als de weerstandsreserve niet geheel of gedeeltelijk is ingezet, wordt de bespaarde rente in de najaarsnota van het begrotingsjaar ingezet als incidenteel dekkingsmiddel. Hierdoor is de weerstandsreserve rentevrij en kan deze zonder budgettaire consequenties worden ingezet.

Rentetoerekening aan taakvelden
Voor de toerekening van de rente aan de taakvelden hanteren wij een rekenrente van 2,25%. Op basis van de boekwaarden van de investeringen leidt dit tot een doorberekening waardoor € 243.000 meer rente aan producten wordt doorberekend dan de daadwerkelijke rentelasten. Dit voordelige verschil wordt vooral veroorzaakt door het feit dat het financieringstekort in eerste instantie met kort geld wordt afgedekt. Voor kort geld wordt een lager rentepercentage gerekend dan voor lang geld. Het rentevoordeel dat hierdoor ontstaat, komt ten gunste aan de algemene dekkingsmiddelen. De wijze waarop deze rente wordt verdeeld is gebruikelijk bij gemeenten.